(vanmorgen)
Langzaam biggelen ze over mijn wangen.
Hooikoorts mompel ik geluidloos tegen de studenten, die in de overvolle trein hun blik niet van hun mobieltje heffen.
En ze blijven biggelen, de hele lange weg, naar mijn nieuwe toekomst.
Hoe anders was het tienenhalf jaar geleden, toen ik intens gelukkig in een andere trein een andere kant op reed.
Hunkerend naar een nieuw begin op een plek die beroemd is om z'n spreekwoordelijke gastvrijheid.
Wat was ik toen gelukkig.
Even.
Wat viel het tegen.
Ik had geen extreem hoge verwachtingen.
Was realistisch.
Wilde alleen maar een eerlijke kans.
Hoe kon ik weten dat chauvinisme op sommige plekken staat voor klinkklare haat en ziekelijke vooroordelen die helemaal niets met jou als persoon te maken hebben, maar met iets wat al generaties lang zo diep geworteld zit , dat men niet eens meer beseft waar het nog over gaat, laat staan wat ze anderen er mee aan doen.
Hoe kon ik weten dat die gastvrijheid alleen maar een oppervlakkig vernisje is?
En nu ik nog een keer de grote sprong ga wagen, kan ik geen vreugde voelen, alleen nog maar verdriet.
Om meer dan tien verloren jaren.
Om al dat zinloos investeren in mensen die het zo weinig kan schelen.
Om al dat geven wat niet aangenomen werd.
En om die enkeling die ik heel erg ga missen.
(vanmiddag)
De voortuin staat vol met vrolijke kleine viooltjes.
Een vriendelijk oud echtpaar laat ons binnen.
Het huisje is piekfijn onderhouden.
Trots laten ze ons elke ruimte in huis zien.
We krijgen alle tijd om alles in ons op te nemen.
Hij wijst, wil je dit, wil je dat?
En dat ook?
Het uitzicht is zo leuk, en ik heb altijd al een zijraampje willen hebben.
En als we bij een kopje thee de details bespreken en de overnamekosten op tellen kijken we elkaar aan en knikken enthousiast ja.
Ik maak kennis met de vriendelijke buurman, die me verteld dat niemand er problemen heeft met katten.
En als ik weer op de bank zit bij M2A en R2A, klik ik op het "ja, ik wil het" knopje op de website.
Het voelt nog steeds niet echt, maar ik heb toch echt ja gezegd.
Echt, echt, ja.
We praten over dozen en vrachtbusjes en langzaam begint het te dagen.
Ik heb ja gezegd.
(vanavond)
Een beetje wezenloos hang ik in de trein en zit de lange reis naar huis uit
Ik heb de afgelopen nacht maar twee uurtjes geslapen.
En heel langzaam siepelt er een beetje blijdschap naar binnen.
En ze biggelen weer over mijn wangen
Ik ga verhuizen.