Na een ruimpauze werd het toch wel tijd om aan de volgende stap te beginnen.
Maar van ruimen kwam niet veel.
Het eerste kastje dat ik opende bevatte zuinig bewaarde herinneringen, waar ik geen afscheid van kan nemen.
Zo was er het allereerste bloesje dat ik maakte toen ik nog op de MAVO zat.
Onvoorstelbaar keurig genaaid op mijn moeders naaimachine.
Dat mijn eerste naaiwerkje al pofmouwtjes had vind ik superknap.
Dit vestje werd door mijn moeder gemaakt, maar in mijn examenjaar droeg ik het vrijwel elke dag.
In één van de zakjes zaten restjes borduurgaren en een naald en in de tussenuren zat ik altijd te borduren.
Mijn hele jeugd wist ik zeker dat ik kleuterjuf wilde worden, en vanaf mijn twaalfde hielp ik elke vrijdagmiddag op de kleuterschool in ons dorp.
Ik had ook vaak de klas een half uurtje alleen.
Maar toen ik op de MAVO mijn vervolgopleiding moest kiezen vond de decaan dat ik te verlegen was om voor de klas te staan en mijn droom werd wreed afgebroken.
Ik ging naar het VHBO omdat je daar veel creatieve vakken kreeg, maar kon er mijn draai niet vinden.
Dit ijshockey wandkleed is een van de dingen die ik er maakte in het halve jaartje dat ik er naar toe ging.
Dit vest met logo van de jongerenorganisatie van het CNV ontwierp ik zelf en droeg het als ik op beurzen stond.
Helaas wilde het vakbondsmuseum het niet hebben. ;-)
Op mijn 33 ondernam ik toch weer een serieuze stap naar een creatieve opleiding.
Tot mijn grote verdriet was handwerken in die tijd volkomen uit de mode dus werd het Creat, waar ik mijn basisdiploma handvaardigheid haalde.
Deze kikkerprins was één van mijn examenstukken.
Niet lang daarna werd ik ziek en kwam in de WAO.
Ik volgde een jaar hoedenmakerscursussen, met het idee om net als mijn oma hoedenmaakster te worden.
Het was erg leuk om te doen, maar fysiek erg zwaar.
Ik blesseerde voortdurend mijn duimen met het in vorm trekken van het vilt.
De aanschaf van materialen zou kapitalen kosten en er was nauwelijks brood mee te verdienen.
Toch ben ik blij dat ik dat jaar gedaan heb.
Op de foto zie je mijn eerste drie hoeden.
Linksachter een gestoffeerd dopje met veer, dat me (gelukkig) niet past.
Rechts een hoge hoed die ik veel gedragen heb.
Helaas heeft één van mijn katten hem als slaapplaats gebuikt en nu is ie alleen nog bruikbaar voor carnaval.
Voor die tijd was ie echt sjiek, al kreeg ik er bij het UWV het stempel excentriek door.
De hoed vooraan was al best een kunststukje, met een zelfbedachte bollende rand.
Eigenlijk best gek dat de dingen die je niet kwijt wilt meestal goed opgeborgen op zolder liggen.
Wat heb jij mooie stoffen herinneringen! Je zou ze haast bij elkaar te pronk zetten?
BeantwoordenVerwijderenKomt vast een keer een plekje voor.
VerwijderenHerinneringen opruimen is moeilijk, maar je kunt ook geen leven lang bewaren. Groetjes El
BeantwoordenVerwijderenWaarom niet?
VerwijderenNiemand heeft er last vañ.
Het zou wat anders zijn als ik alles zou bewaren.
Nu zijn het enkele positieve herinneringen.
Je hoeft dit toch niet in een kastje te bewaren? Een paspop en je vestje en 1 van de hoeden hebben een leuk plaatsje. Of de hoeden alledrie aan een muur? Nou ja, kortom, ik begrijp goed dat je deze dierbare herinneringen niet weg wilt doen, geeft ze een mooi plekje!
BeantwoordenVerwijderenIk woon nu in een huis met opvallend weinig muur.
VerwijderenMaar wie weet in een volgend huis. 😁
Wat een schatten heb je op je zolder bewaard. Stuk voor stuk bijzonder.. Zeker nooit wegdoen!
BeantwoordenVerwijderenWat leuk dat je je eerste handwerken nog hebt! (Ik heb toendertijd alles weggegooid en daar heb ik nu spijt van...)
BeantwoordenVerwijderenHoedenmaken wat een apart idee! Jammer dat je handen het geen goed idee vonden (en inderdaad niet echt goed voor de vulling van de portemonnee).
Wat een mooie herinneringen! De hoeden... woooow. Heel erg mooi!
BeantwoordenVerwijderenGroetjes Marlies